Wet toekomst pensioenen uitgelegd: Beschermingsrendement


Wet toekomst pensioenen uitgelegd: Beschermingsrendement

In de zomer van 2020 hebben het kabinet en sociale partners overeenstemming bereikt over een vergaande herziening van het pensioenstelsel. Dit pensioenakkoord heeft grote gevolgen voor hoe pensioen wordt opgebouwd en wordt belegd. In deze serie bespreken we het pensioenakkoord en de gevolgen voor het beleggingsbeleid. Dit vierde artikel gaat in op het beschermingsrendement, de toedeling van de renteafdekking naar leeftijdscohorten en de praktische invulling van de renteafdekking.

 

Het beleggingsresultaat in het nieuwe pensioencontract  bestaat uit twee elementen: het beschermingsrendement en het overrendement. Vooraf moet voor elk leeftijdscohort worden vastgesteld in welke mate het cohort is blootgesteld aan het overrendement en aan de renteafdekking via het beschermingsrendement. In dit artikel analyseren we hoe het beschermingsrendement kan worden vastgesteld en hoe we komen tot de gewenste mate van renteafdekking per leeftijdscohort.

In de huidige opzet van het Nieuwe Pensioencontract zijn er twee methodes om het beschermingsrendement vast te stellen. De eerste methode is gebaseerd op een theoretisch perfecte renteafdekking terwijl de twee methode uitgaat van de daadwerkelijke rendement op een of enkele aparte matchingportefeuilles. Hoewel de tweede makkelijker te communiceren is en inflatieafdekking mogelijk maakt, hebben we een voorkeur voor de eerste methode omdat deze meer mogelijkheden biedt om de collectieve portefeuille te optimaliseren, met een betere risico-/rendementsverhouding als gevolg.

 

De gewenste renteafdekking voor elk leeftijdscohort is afhankelijk van een aantal factoren die we in dit artikel beschrijven. Voor pensioenfondsen die geen expliciete rentevisie hebben vinden we hoge gewenste niveaus van renteafdekking voor alle leeftijdscohorten. Wanneer er een verwachting is dat rentes zullen stijgen komt de gewenste toedeling neer op de risicohouding van de populatie. In het algemeen zal de gewenste renteafdekking dan hoger zijn voor ouderen dan voor jongeren.

 

Wanneer relatief meer rente wordt afgedekt voor ouderen dan voor jongeren zal dit leiden tot een ander gewenst kasstromenprofiel voor de renteafdekking van het pensioenfonds. Dit is ook te zien in de figuren hieronder, waarbij het pensioenfonds relatief meer korte termijn kasstromen gaat afdekken. Het is nog maar de vraag of dit ook betekent dat er absoluut minder lange termijn kasstromen zullen worden afgedekt, dit is onder andere afhankelijk van de specifieke rentevisie van het pensioenfonds.

 

image0xst9.png

Bron: Aegon Asset Management.

 

Aegon AM Pensioenakkoord uitgelegd - Deel 4 (NL).pdf

(252KB) PDF


More about the authors

Gosse Alserda Investment Strategist

Jenze Sibma Investment Strategist

Arjen Tebbenhof Investment Strategist


Read next