Wet toekomst pensioenen uitgelegd: Opbouw portfolio


Wet toekomst pensioenen uitgelegd: Opbouw portfolio

In de zomer van 2020 hebben het kabinet en sociale partners overeenstemming bereikt over een vergaande herziening van het pensioenstelsel. Dit pensioenakkoord heeft grote gevolgen voor hoe pensioen wordt opgebouwd en wordt belegd. In deze serie bespreken we het pensioenakkoord en de gevolgen voor het beleggingsbeleid. Dit derde artikel gaat in op de vraag hoe de beleggingsportefeuille kan worden geconstrueerd.

 

We schreven in het eerste artikel van deze serie over de werking van het pensioencontract, waarbij voor elk van de leeftijdscohorten de mate van renteafdekking wordt vastgelegd en tevens de mate waarin het cohort meedeelt in het overrendement. De daadwerkelijke beleggingen vinden plaats in één collectieve portefeuille en de vraag is dan ook hoe deze vast te stellen, gegeven het risicobudget en de vastgelegde verdeelregels. Het overrendement wordt vastgesteld als het rendement dat over is na het uitdelen van het beschermingsrendement. Waarbij het beschermingsrendement wordt gebaseerd op de ontwikkeling van de DNB swaprente. Daarom moet er voldoende blootstelling zijn naar swaprentes binnen de collectieve portefeuille. Tegelijkertijd moet de collectieve portefeuille ook voldoende overrendement bieden, waarbij het rendement op renteswaps een belangrijke benchmark blijft.

 

In het artikel bespreken we hoe een portefeuille kunnen construeren die efficiënte risico-/rendementsverhouding heeft en leggen we uit hoe het Nieuwe Pensioencontract het voor jonge deelnemers mogelijk maakt om voldoende rendement te behalen, maar tegelijkertijd optimaal van diversificatie te profiteren. Dit kan door leverage toe te passen in de toedelingsfactoren, zoals geïllustreerd in figuur 1.

 

Figuur 1: Opheffen leenrestrictie maakt efficiëntere portefeuilles mogelijk

imagegbdjh.png

Bron: Aegon Asset Management, november 2020. Illustratie van diversificatie (50% aandelen, 10% obligaties opkomende landen, 25% NL hypotheken en 15% euro bedrijfsobligaties) hetgeen leidt tot een betere verhouding tussen verwacht overrendement en risico. Door opheffen van leenrestrictie kan vervolgens alsnog het gewenste rendement- dan wel risicoprofiel worden gerealiseerd voor cohorten.

 

De portefeuilleconstructie kan nog wel beïnvloed worden door de regels omtrent het gebruik van de projectieset voor toetsing van het beleid en communicatie aan deelnemers. Een al te grote invloed van de projectieset op de portefeuilleconstructie kan naar verwachting worden voorkomen door een goede vaststelling van het risicobudget door sociale partners. Het risico van een stijgende inflatie is met name voor ouderen minder eenvoudig weg te nemen. Door de collectieve portefeuille en een nominaal beschermingsrendement kan geen directe blootstelling aan inflatierisico worden gerealiseerd zonder het collectieve beleid voor alle generaties aan te passen. In ons volgende artikel over renterisico gaan we in op de mogelijke invloed van inflatierisico op de gewenste mate van renteafdekking.

Aegon AM Pensioenakkoord uitgelegd - Deel 3 (NL).pdf

(282KB) PDF


More about the authors

Gosse Alserda Investment Strategist

Jenze Sibma Investment Strategist

Arjen Tebbenhof Investment Strategist


Read next